De Juiste Toon

Onderzoek naar ouderdom en continuïteit van de Koninklijke Stedelijke Harmonie

3.   De Solist?

3.2. Echt de oudste?

Als ieder harmonieorkest een gedateerde primaire bron met notulen of akte van oprichting en een even betrouwbaar bewijs van een ononderbroken bestaan kon overleggen, was  de titelhouder ‘oudste harmonie van Nederland’ eenvoudig en onweerlegbaar vast te stellen. Natuurlijk is er in de loop van de tijd belangrijk bronnenmateriaal verdwenen, maar dat maakt het nauwkeurig bepalen van gebeurtenissen niet per sé bij voorbaat onmogelijk.
Primaire en secundaire bronnen1 kunnen elkaar heel goed bevestigen en aanvullen en zolang zij controleerbare feiten bevatten, zijn zij in onderlinge samenhang zelfs een nagenoeg waterdicht bewijs.
Een muziekgezelschap, dat een lange staat van dienst heeft, laat altijd historisch betrouwbare sporen na in bijvoorbeeld het eigen archief en andere bewaarplaatsen van documenten, kranten en andere periodieken, notulen van vergaderingen van gemeenteraden, van burgemeester en wethouders, van kerkbesturen, enz.
Het is daarom opmerkelijk,  dat de argumenten, die harmoniegezelschappen gebruiken voor het aangeven van hun ouderdom zo vaag of zelfs nietszeggend zijn, dan wel helemaal ontbreken.

Aanvankelijk was op de website van de harmonie van Hulst een onderdeel ‘historie’ opgenomen, maar deze paragraaf is er later uitgehaald. Hier is veel voor te zeggen, want er zijn voor een muziekgezelschap wel belangrijker waarden, dan de claim ‘de oudste’ te willen zijn. Dit laat onverlet, dat een historisch onderzoek met als onderwerp de ontstaansgeschiedenis van een harmoniegezelschap een eigen intrinsieke waarde heeft.

Afbeelding 12
(cover van het gedenkboek t.g.v. het 200-jarig jubileum in 2001; foto auteur)

Het jubileumboek ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan is van dezelfde auteur als van de website ‘historyhulst’. In dit in 2001 uitgekomen boekwerk zijn achttien bladzijden gewijd aan het onderzoek naar de ouderdom van het muziekgezelschap. Sinds de publicatie van het boekwerk zijn er nieuwe primaire en secundaire historische bronnen opgedoken. Met dit aanvullend materiaal kunnen de in het jubileumboek getrokken conclusies nog beter bevestigd worden.

  1. Primair: in de eerste plaats komend, het dichtste bij in de tijd en/of plaats; Secundair: alle jongere bronnen dan de primaire.
Uw inschrijving kon niet worden opgeslagen. Probeer het opnieuw.
U bent met succes aangemeld voor onze nieuwsbrief

Meld u aan voor onze nieuwsbrief