Een Dubbele Poort als vluchtweg

Positie en rol van Hulst bij de opvang van Belgische vluchtelingen in de Eerste Wereldoorlog

2. INLEIDING: ACHTERGRONDEN VAN DE IMMENSE VLUCHTELINGENSTROOM

2.3   Een vodje papier
In de laatste juliweek balkaniseerde het Oostenrijks-Servisch conflict op karakteristieke wijze: ongekend snel, fel en verward. De Europese mogendheden, met twee of drie landen in meerdere bondgenootschappen verbonden, brachten een kettingreactie op gang: iedere actie lokte weer een andere uit. Rijkelijk strooiden staatshoofden over en weer met nota’s, verpakt in scherpe bewoordingen, inclusief onmogelijke tijdslimieten. Mobilisaties werden met griezelig gemak afgekondigd en tegelijk bij anderen verboden. De ongekend korte tijd waarbinnen de diplomatieke escalatie zich voltrok,  maskeerde tijdelijk het feit, dat het conflict al uit zijn ‘Balkan-context’ werd getrokken en zo stonden in het eerste augustusweekeinde van 1914 enerzijds Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en het Turkse Rijk, anderzijds, Engeland, Frankrijk en Rusland  als kemphanen tegenover elkaar.
Wie inmiddels van de ernst doordrongen was, kon zich nog geruststellen met de gedachte, dat de oorlogvoerende grootmachten ruzie hadden met elkaar en dus niet noodzakelijkerwijs België hoefden aan te vallen. Heilig was daarom de verontwaardiging toen dit op 4 augustus toch gebeurde.
De Hulsterse pers foeterde de 8e van diezelfde maand: niemand toch had het durven denken dat een der vijf mogendheden, die de neutraliteit van België hadden gewaarborgd, deze belofte zou durven schenden. 
Een der vijf landen was nota bene de Duitse staat Pruisen, dat bij de losmaking van België van Nederland in 1839 medeondertekenaar was van de garantie, dat La Belgique, dans les limites indiquées(…)formera un Etat indépendant et perpétuellement neutre: voor altijd neutraal 1! Slechts een schijnveiligheid, waarin kleine landen zich bij grote internationale conflicten konden koesteren. En inderdaad, België had zich sinds de Napoleontische Tijd militair nog niet echt hoeven bewijzen en zo leek de fictie van het respecteren van neutraliteit een onveranderlijke werkelijkheid.

Niettemin was sinds 1904 al een Duits aanvalsplan, het Schlieffenplan, uitgelekt, met als belangrijkste onderdeel een opmars van een sterke rechtervleugel door Nederland en België om de Franse legers te omsingelen 2. Politieke leiders en het militaire opperbevel in België konden dus weten dat een Duits ultimatum aan België voor een vrije doortocht een reële optie was. Het grote publiek wist van niets en was dus totaal overrompeld door de ontvangst van het ultimatum op 2 augustus en de besliste afwijzing ervan door de Belgische regering op 3 augustus. De 19e eeuwse neutraliteitsbelofte was slechts Ein Fetzen (een vodje papier), zoals de Duitse minister-president Von Bethmann-Hollweg pas nog had geschamperd.

Afbeelding 5 (img.welt.de)

De Duitse generaal Alfred Von Schlieffen (1833-1913) had in 1901 een aanvalsplan bedacht om Frankrijk in geval van oorlog zo snel mogelijk uit te schakelen, zodat een ’tweefrontenoorlog’  tegen Frankrijk en Rusland voorkomen kon worden. Met een aantal omtrekkende bewegingen zouden de Duitse legers snel door het relatief zwak verdedigde noorden van Frankrijk trekken om het in de Elzas geconcentreerde Franse leger in de rug aan te vallen en – klemgezet als het dan was – uit te schakelen. Dit plan werd in 1914 uitgevoerd met één belangrijke wijziging. De meest noordelijke vleugel werd niet door, maar ten zuiden van Nederlands Limburg geleid, zodat Nederland neutraal zou blijven.

  1. (...)dat België binnen zijn aangeduide grenzen een onafhankelijke en altijddurende neutrale staat zal vormen, Verdag van Londen, 1831
  2. Genoemd naar het aanvalsplan uit 1901 van Alfred von Schlieffen, chef van de generale staf van 1891-
    1906.
Uw inschrijving kon niet worden opgeslagen. Probeer het opnieuw.
U bent met succes aangemeld voor onze nieuwsbrief

Meld u aan voor onze nieuwsbrief