Een Dubbele Poort als vluchtweg

Positie en rol van Hulst bij de opvang van Belgische vluchtelingen in de Eerste Wereldoorlog

2. INLEIDING: ACHTERGRONDEN VAN DE IMMENSE VLUCHTELINGENSTROOM

2.1 Zomer 1914: Een ontstellend onbekommerde vakantie

Op dinsdag 4 augustus 1914 meldde George Levin uit Berlin-Charlottenburg zich bij de gemeentesecretarie in Hulst voor een ‘reispas’ voor hem, zijn echtgenote en hun beider chauffeur voor de doorreis door Nederland naar Duitsland. Het drietal was de vorige dag uit België aangekomen en vertrok, na de nacht in hotel De Graanbeurs te hebben doorgebracht, ’s morgens bij het ochtendkrieken. Geen moment te vroeg, want juist deze ochtend, zo rond ontbijttijd, hadden zijn landgenoten de Belgische grens overschreden en wie nu als Duitser, Oostenrijker of Belg van Duitse afkomst niet maakte dat hij uit Nederland wegkwam, werd zonder pardon het land uitgezet.
Uit het Verblijfregister van de gemeente Hulst is niet op te maken wat de Levins in België deden, maar met eigen ‘automobiel’ en privéchauffeur behoorden zij mogelijk tot de welgestelde Duitsers, die traditiegetrouw in groten getale de zomer aan de kust in België en Nederland doorbrachten. Dit jaar was juli uitzonderlijk warm en het prachtige weer zette in augustus door. Het beloofde een zomer te worden om nooit te vergeten!

Afbeelding 2
(prentbriefkaart, Ostende, vue sur la plage (Oostende, strandgezicht, bron onbekend).

Ondanks de mobilisatie op 1 augustus 1914 genoten veel Belgische en buitenlandse vakantiegangers  aan de Belgische kust van het prachtige zomerweer.

Aan de Belgische en Nederlandse stranden vertoefden naast heel wat Duitsers ook veel gegoede Belgen, vooral uit Wallonië. Iedereen genoot ontstellend onbekommerd van het ongekend fraaie weer. De start van de vakantie op 1 augustus, het was nog weekend ook, zorgde voor een massale Belgische uittocht naar zee. Onbegrijpelijk was de uittocht wel, want de dag ervóór had de Belgische regering de algemene mobilisatie afgekondigd 1. Drie dagen later werd België op dinsdagmorgen 4 augustus meegezogen in de ‘Groote Oorlog’ en dit kwam bij de onvoorbereide bevolking als een mokerslag aan.
Vanaf de eerste uren strijd sloegen de Belgen op de vlucht met een snelheid en intensiteit, die zijn weerga niet kende: een stoet van verdwaasden en ontredderden, sleepend langs wegen en landen en luchten een striemende aanklacht tegen de gruwelen van den oorlog, een opgejaagde kudde van wrokkende gedachteloozen, voortgestuwd door de primitiefste zucht naar zelfbehoud buiten de verschrikkingen van granaatscherf en bom, moord en brand 2. In het laatste kwart van 1914 zouden meer dan één miljoen Belgen, meest Vlamingen, één zesde van de toenmalige bevolking, een goed heenkomen in Nederland zoeken. Daarnaast weken nog zo’n 325.000 man, vooral Walen, uit naar Frankrijk en staken 162.000 mensen over naar Engeland.
De zo zorgeloos begonnen vakantie was abrupt omgeslagen in Vacances Macabres.

  1. Bossenbroek, M. deel 1.
  2. Verdeijen, R. blz. 3 en 4
Uw inschrijving kon niet worden opgeslagen. Probeer het opnieuw.
U bent met succes aangemeld voor onze nieuwsbrief

Meld u aan voor onze nieuwsbrief