Het Helse Hemelvuur

De kerkbranden in Hulst als gevolg van blikseminslag (1101-1876)

8. Epiloog: spelen met vuur

Misschien heeft het gemeentebestuur tijdens het uitbetalen van de penningen aan de hulpverleners wel eens gedacht aan de kerktoren van Lamswaarde, die in dezelfde nacht (van 31 augustus op 1 september 1876) door de bliksem getroffen werd, maar geen schade opliep dankzij de bliksemafleider.

Afbeelding 92 (Gemeentearchief Hulst, inventarisnummer W9E)

Briefhoofd van de firma Frans Janssens Höppener op een offerte (20-06-1908) voor de gemeente Hulst met een plastische weergave van de bescherming met een ‘donderscherm’, zoals een bliksemafleider toen heette. Deze offerte, liefst 32(!) jaar na de kerkbrand van 1876, is er een in een lange reeks, die  getuigt van het onverantwoord talmen van het gemeentebestuur om een goede bliksemafleider te plaatsen.

Het principe om de electrische lading van een bliksem d.m.v. een metalen leiding naar de grond af te leiden, kende men sinds het fameuze experiment van Benjamin Franklin in 1752 met een vlieger in een onweersbui. Dat was in 1876 al meer dan een eeuw geleden!
De praktische toepassing van donderroeden, donderschermen of nog mooier paratonnères op torens was ten tijde van de kerkbrand in Hulst al lang gemeengoed; De toren van de Grote of Martinikerk in Doesburg had er al een in 1782. Naarmate meer afleiders werden geplaatst, daalde het aantal inslagen met fatale afloop drastisch en eind 19e eeuw waren veel kerktorens van een bliksembeveiliging voorzien. De gemeente Hulst, sinds 1809 eigenaar van de kerktoren, had de installatie vóór de kerkbrand van 1876 niet nodig gevonden en toen men als gevolg van de vierde kerkbrand toch wakker schrok, kwam er uit budgettaire overwegingen een exemplaar van mindere kwaliteit.

Afbeelding 93

philadelphiaencyclopedia.org) schilderij van Benjamin West uit 1816, getiteld ‘Benjamin Franklin Drawing Electricity from the Sky (Philadelphia Museum of Art).

Schildering  in de stijl van de Romantiek van het roemruchte vliegerexperiment van Benjamin Franklin in 1752. Naakte ‘putti’ knaapjes houden een vliegertouw vast, waaraan een sleutel bengelt. De wetenschapper reikt met zijn hand naar het metalen voorwerp, precies op het moment dat de bliksem op de vlieger is geslagen en het natte touw de lading via de sleutel doorgeeft aan zijn vuist. Dat de ‘vader van de afleider’ de levensgevaarlijke proef zelf op deze wijze deed, is eerder een artistieke vrijheid van de schilder dan de werkelijkheid.

De katholieke en gereformeerde kerkbesturen, beide eigenaren van de simultaankerk, lieten zich ook nu van hun meest gierige kant zien. Gaven zij voor het herstel van het gebouw als gevolg van de brand al een genant laag bedrag, nu vertikten zij het om financieel ook maar iets bij te dragen aan de afleider. Door deze vrekkige opstelling droegen zij bij aan het verlengen van de gevaarzetting van het hele kerkgebouw in geval van blikseminslag. De gemeente, die alleen eigenaar van de kerktoren was, besloot na deze weigering als vanzelf alleen de kerktoren te beveiligen. Wel begrijpelijk, maar verre van verstandig! De kortzichtigheid van zowel de geestelijke als wereldlijke bestuurders zorgde ervoor, dat  de onderdelen van het kerkgebouw niet met de afleider van de toren verbonden werden, ofwel: zij speelden  met vuur. Omdat vlak na de brand de schrik er nog goed in zat, werd er spoedig een bliksemafleider gemonteerd, maar deze was van inferieure kwaliteit. En de bliksems wisten de kerktoren met wisselende regelmaat natuurlijk gewoon te vinden. Iedere keer werden er zuchten van verlichting geslaakt als de toren goed was weggekomen, maar een deugdelijke afleider kwam er niet!.

De correspondentie ter zake in het college van b&w en in de raad is een veertig (!) jaar durend bureaucratisch gebakkelei over de keuze tussen lapmiddelen aan de bestaande installatie of een complete vervanging ervan 1. Voortdurend gingen er vanuit de vergaderingen van het gemeentebestuur verzoeken om offertes uit naar steeds andere leveranciers, maar steeds ketste een bestelling om financiële redenen af.  Synchroon hieraan ontvingen heel wat gemeentebesturen in Nederland en België verzoeken uit Hulst om advies. 

Afbeelding 94 (Gemeentearchief Hulst, inventarisnummer W9e)

Op de offerte, die het gemeentebestuur van Hulst in september 1894 ontving van het Brusselse bedrijf Paratonnèrres Melssens, prijkte een niet mis te verstaan zinnebeeld.  De personificatie van de bliksemafleider houdt de bliksem tegen onder de zinspreuk ‘divide et impera’. (verdeel en heers). Ondanks deze prachtige verbeelding maakte de gemeente geen gebruik van de door de firma geadviseerde afleider.

Het eindeloos aanvragen van offertes en adviezen werkte de besluiteloosheid in de hand en vertraagde het stroperige besluitvormingsproces nog verder. Op 15 september 1887 kreeg men voor het ambtelijk getreuzel bijna de rekening gepresenteerd. Een knetterende donderslag tijdens een noodweer op de middag, gevolgd door het dreunen van woningen en een aantal gesprongen ruiten maakten direct duidelijk dat de op de kerktoren ingeslagen bliksem niet de weg van de minste weerstand had genomen. Integendeel, de inferieure bliksemafleider kon het natuurgeweld niet aan: de spriet aan het uiteinde was weggesmolten, de afleider werd deels van de toren losgeslagen, leien waren van het dak van de spits geslingerd. De inslag had zich zelfs een weg langs het gehele kerkgebouw gezocht, want helemaal aan de andere kant was een van de steunberen van het koor aan de kant van de Grote Bagijnestraat finaal uiteen gespleten. Rookslierten, die enige tijd rond de torenspits dreven, riepen bange herinneringen aan 1876 op, maar de vijfde kerkbrand bleef uit. Wat men elf jaar lang had kunnen weten, was nu gebeurd. Omdat alleen de toren was beveiligd met een afleider, die ook nog eens van bedenkelijke kwaliteit was, kon de energie van de inslag niet helemaal via installatie de aarde in geleid worden, met als gevolg, dat deze over hele gebouw een uitweg zocht. Het incident was voor iedereen een duidelijke waarschuwing, behalve voor het gemeentebestuur 2.

Afbeelding 95 (www.listverse.com)    

O, die kerktorens! Bliksemschichten omarmen hen.            

Zeven jaar later, in 1894, gaf de fabrikant van paratonnères Emiel Closset uit Brussel, de gemeente Hulst na een grondige inspectie de ultieme  waarschuwing in zijn offerte in voor een nieuwe bliksemafleider: le danger d’incendie est extrêmement grave. Extreem brandgevaar! Het is werkelijk onvoorstelbaar en nauwelijks te geloven, maar het zou nog tot 1917 duren voor er een deugdelijke afleider werd geplaatst, die het hele gebouw beveiligde. Hoewel de periodieke inspecties steeds positief waren, kwam eerst op 10 juli 1925 echte test. Een noodweer van de buitencategorie trok tergend langzaam over Hulst en hield er twee uur lang huis. Precies als in 1469, 1562, 1663 en 1876 kreeg de kerktoren met een daverende knal de volle laag en in de directe omgeving werd een zware drukgolf gevoeld.  Dit kwam, precies volgens de bedoeling, door de afleiding in de grond van de gevaarlijke energie 3. Ruim veertig jaar lang hadden opeenvolgende gemeentebesturen als gevolg van hun lichtzinnige, hardleerse en vrekkige houding het kerkgebouw willens en wetens met vuur gespeeld, d.w.z. blootgesteld aan de eventuele vijfde fatale blikseminslag.

  1. GAH, Hulsterblad nr. 3158, 11-07-1925; GAH, inv. nr.W9e.
  2. Zierikzeesche Nieuwsbode, 20-09-1887; GAH, Hulsterblad, nr. 1168, 17-09-1887; GAH, Hulsterblad, nr. 1169, 24-09-1887.
  3. Hulsterblad nr. 350, 13-01-1872.
Uw inschrijving kon niet worden opgeslagen. Probeer het opnieuw.
U bent met succes aangemeld voor onze nieuwsbrief

Meld u aan voor onze nieuwsbrief