Gallandat

De goede genius van Hulst

2. Het erfgoed van vader David Henry Gallandat (1732-1782)

2.3   Stoomcursus in het medische Mekka

Bijna alle korte levensbeschrijvingen  van David Gallandat houden ons het beeld voor van een man, die behouden, maar totaal berooid en gedesillusioneerd van zijn vierde zeereis terugkeerde. Niet alleen weerspreken de feitelijke gegevens deze lezing, maar ze strookt ook absoluut niet met Gallandats karakter.
Meteen na afloop van het zeemansleven begaf hij zich voor een academische opleiding naar Parijs, destijds het Mekka van de innovatieve geneeskunde. Het professorenkorps in de anatomie aldaar genoot nationaal en internationaal een grote reputatie1. Vóór zijn vertrek naar de Franse hoofdstad in februari 1759 wees hij Laurens Bekker aan tot zijn financiële zaakwaarnemer tijdens zijn afwezigheid en dus kan hij allerminst platzak zijn geweest. Uit zijn correspondentie met deze broer van de schrijfster Betje Bekker blijkt, dat hij in zijn zeemanstijd zoveel had verdiend, opgepot en ten dele zelfs belegd, dat hij zijn vervolgstudie zelf kon bekostigen2.

Getuige zijn briefwisseling genoot de inmiddels 26-jarige student met volle teugen van het mondaine en frivole leven in de Uytmuntende Wereldstad Parijs: bij een feestelijke manifestatie zag hij de koning van nabij, verwonderde zich over rariteiten op de jaarmarkt, vond de rituelen van de Roomse religie uitingen van een ergerlijk bijgeloof en was apetrots op een ontmoeting met de filosoof Jean-Jacques Rousseau3.

Hoezeer Gallandat zich ook in het studentikoze uitgaansleven mag hebben ondergedompeld, hij rondde door zijn planmatige aanpak binnen het van maart tot maart lopende cursusjaar liefst elf collegeblokken met goed gevolg af.

Afbeelding 8 (Zeeuws Archief, Handschriftenverzameling nr. 6263)

De eerste bladzijde, gedateerd  28e Fevrier 1759, van een reeks medische aantekeningen in het Frans uit de periode 1759-1765 in het handschrift van David Gallandat. Zoals blijkt uit de aanhef volgde hij colleges in de chirurgie in het ‘Hôtel des Invalides’, een door Lodewijk XIV gesticht omvangrijk zorgcomplex voor de vele verminkte militairen uit zijn talrijke oorlogen. Eind 18e eeuw genoot het ziekenhuisgedeelte met een eraan verbonden chirurgische opleiding een grote internationale bekendheid. Het feit dat Gallandat, twee maanden na de thuiskomst van zijn laatste zeereis, hier al ijverig collegedictaten zat te pennen, wijst eerder op iemand met een grote motivatie en planmatigheid, dan op een ontgoochelde jongeman zonder richting en doel, zoals een aantal levensbeschrijvingen doet geloven.

Afbeelding 9 
(pietondeparis.canalblog.com/archives; foto van het Hôtel Dieu vóór de afbraak in 1876)

Naast de theoretische colleges volgde Gallandat veel praktijklessen in verschillende ziekenhuizen in Parijs, o.m. in het Hôtel Royal des Invalides, het L’hôpital de la Charité en in een speciale vrouwenkliniek, het Hôtel Dieu (foto  onder). Met name door de combinatie van theorie en praktijk onderscheidde het universitair medische onderwijs in Parijs zich destijds van andere Europese universiteiten.

Een half jaar na zijn komst naar de Franse hoofdstad schreef hij al aan het thuisfront, dat hij zich als arts in Vlissingen wilde vestigen en in januari 1760 kondigde hij zijn naderend vertrek aan. Nadat hem in maart de twee laatste getuigschriften waren uitgereikt, reisde hij meteen af naar Vlissingen. Hij had slechts aan één jaar genoeg om alle voor de studie medicijnen verplichte collegeblokken te volgen, inclusief een aantal lessenreeksen uit interesse4. Voor ieder ervan kreeg hij certificaten uitgereikt, die zonder uitzondering een zeer goede kwalificatie meekregen.

Afbeelding 10 (Zeeuws Archief, Handschriftenverzameling nr. 4526)

De elf aan David Gallandat uitgereikte ‘testimonia’ (studiecertificaten) voor de met goed gevolg afgelegde medische cursussen aan de Académie Royale de Chirurgie te Parijs bestaan deels uit een voorgedrukte standaardtekst en deels uit handgeschreven exemplaren. Het hieronder afgebeelde voorbeeld is het ondertekende handgeschreven document van professor André Levret, die woorden tekort komt om zijn student te bewieroken: (het middendeel in vertaling) “hij heeft zich onderscheiden in alle proefstukken, die hij heeft moeten maken, alsook in zijn ijver, aandacht, intelligentie en de onder mijn supervisie betoonde handvaardigheid bij bevallingen, waaronder zelfs de meest complexe”.

Om in Vlissingen als bevoegd geneesheer te mogen werken, zou Gallandat aansluitend de afsluitende examens moeten doen en promoveren in de hoogste academische graad van ‘medicinae doctor’ (doctor in de medicijnen), maar daar kwam het niet meer van. Laurens Bekker’s laatste brief onthult de reden waarom zijn vriend, geheel in strijd met zijn zorgvuldigheid, in een ijltempo door zijn studie vloog en zo’n haast had om naar huis te komen5.
De eerdere kennismaking met het gezin Joly had namelijk geleid tot een zich verdiepende genegenheid tussen David en Marie, resulterend in hun beider huwelijkswens. Zonder een goede baan was er van trouwen natuurlijk geen sprake en dus stond David Gallandat , gewapend met zijn certificaten, snel bij het Vlissingse stadsbestuur op de stoep.

  1. Frijhoff, blz. 82
  2. Deijserinck,  blz. 140 en Ghijsen, blz. 28 citeren gedeelten uit meerdere brieven van Laurens Bekker aan David Gallandat in Parijs, waarin het rentmeesteraspect naar voren komt:- ik draeg zorg voor uw geld dat het in gereedheit is tegen dat UwEd. koomt; - dat zilver duymkruyt [= zilvergeld]; - even wel Zoud ik UwEd. bij obligatje dan kennen voldoen.
    Het was een algemeen gebruik dat bemanningsleden, al dan niet clandestien, investeerden in de winstgevende handel om daarmee hun gage aan te vullen. Vooral de scheepsofficieren konden hun inkomen hiermee aanzienlijk verhogen. Ghijsen, blz. 27; Leuftink, blz. 185.
  3. Ghijssen, bzl. 28-29; Gallandat-Huet, blz. 3 t/m 10. Hoewel alleen Laurens’ kant van de briefwisseling is overgebleven, haalt hij de teneur van de brieven van Gallandat zo vaak aan, dat uit woord en wederwoord concrete informatie kan worden afgeleid
  4. En niet bijna twee jaar, zoals Guisan (blz. 678, près de deux ans) en De Lint (blz. 183) aannemen
  5. Gallandat-Huet, R. 134 e.v. Laurens Bekker dreint dat hij door het voorgenomen huwelijk van Gallandat zijn vriend nu wel minder zal zien. Sommige biografen van Gallandat menen ten onrechte, dat hij naar Vlissingen kwam, om de baan over te nemen van zijn oom, die op het punt stond naar elders te vertrekken. Jean Henri de Bruas was echter al veel eerder afgereisd. Guisan memoreert m.b.t. Gallandats terugkeer nog veel meer feitelijke onjuistheden.
Uw inschrijving kon niet worden opgeslagen. Probeer het opnieuw.
U bent met succes aangemeld voor onze nieuwsbrief

Meld u aan voor onze nieuwsbrief